'...de fictie dat Holland een vesting is.'

Nieuw exemplaar van boek (2021) over de vaderlandse vestingbouw tussen 1914 en 1940, naar aanleiding van promotie op de Universiteit van Amsterdam, 2020. Lees waarom het een tactische blunder van de Opperbevelhebber was, om de Vesting Holland te verlaten en het militaire avontuur aan te gaan in de zwakke stellingen in de Peel en aan de Grebbe. Huiver over hoe in de mobilisatie het proces van vestingbouw was georganiseerd.

Grondige en uitgebreide studie naar strategisch landschap, inundaties, kazemat- en schuilplaatsbouw in met name de Vesting Holland, die tussen 1914 en 1940 op cruciale plaatsen sterk was gemoderniseerd.

Het onderwerp van deze studie is het ontwerp en de bouw van gewapend betonnen vestingwerken in het Nederlandse vestingstelsel, door het wapen der genie tussen 1914 en 1940. Het betreft een onderzoek, aan de hand van casuïstiek, van aard en betekenis van de vestingbouwkundige strategie, als onderdeel van de overkoepelende defensiebeleid. In de studie staan vijf vragen centraal, die luiden:
1. Bouwt de legerleiding aan het vestingstelsel volgens een samenhangend en gedragen vestingbouwkundig concept, dat past in de politieke en militaire strategische visie op de defensie in (inter-)nationale context en die een rol van betekenis hebben gehad tijdens de strijd in mei ‘40?
2. Zo ja, op welke wijze wil de legerleiding dat concept uitvoeren en wat is de organisatorische kwaliteit van de processen die daarbij spelen?
3. Hoe staat het met de vestingbouwkundige kennis hier te lande? Is er sprake van innovatieve ontwerpen of technische originaliteit? Volgt men internationale bouw- en wapentechnische ontwikkelingen?
4. Sluiten de kwaliteit van die ontwerpen aan op het vestingbouwkundige concept? Maakt men optimaal gebruik van de kwaliteit van het strategische landschap? Hadden de verschillende, bij vestingwerken betrokken partijen een eenduidig beeld van die kwaliteit?
5. Hoe ontwikkelt de positie van het wapen der genie zich in de militaire organisatie? Is zij, zoals in de eeuw voorafgaand, binnen het leger een factor van betekenis?